Historie
Al sinds het einde van de 19e eeuw is het gebruikelijk om korrels (pellets) van organische stoffen te maken, zodat ze gemakkelijker getransporteerd en beter gedoseerd kunnen worden. Pas sinds de 70-er jaren wordt dit met hout gedaan. Houtafval zoals zaagsel kon toen pas op grote schaal als brandstof worden gebruikt.
Begin jaren tachtig werd een palletbrander voor thuis geïntroduceerd in Amerika. In Europa namen Zweden en Denemarken het voortouw. In Zweden werden de eerste pellets al in 1982 geproduceerd. Net als in Amerika gebeurde dit eerst alleen voor bedrijven en grote warmtekrachtcentrales.
In Oostenrijk importeerde een fabrikant van houtbriketten voor het eerst in 1994 Zweedse pellets en startte de plaatselijke productie. De eerste pelletverwarming in Duitsland was dan ook uit Oostenrijk afkomstig. In het begin werd het als niche-product nog wantrouwend bekeken, maar in 1996 is het als brandstof doorgebroken bij onze oosterburen. Waren er in 1998 nog maar 200 pelletbranders in Duitsland geïnstalleerd, op dit moment zijn het er meer dan 40.000. Deze opleving is mede veroorzaakt door de extreme prijsstijging van olie in de laatste jaren.
Bron: c’t Science Energie 2008