Opslag van warmte
Meestal wordt er bij een haard meer warmte energie geproduceerd dan er op dat moment gebruikt wordt dan wel benodigd is. Een geringere warmte productie is uit ecologisch standpunt niet verantwoord, omdat daardoor meer schadelijke stoffen vrijkomen en bovendien werkt de haard dan oneconomisch (lees: niet zuinig).
Om deze redenen moet de overtollige warmte energie opgeslagen worden en pas worden vrijgegeven op het moment dat het vuur in de haard bijna is uitgegaan of als er geen energie meer uit het hout kan worden gehaald. Het teveel aan vrijgekomen energie kan door middel van een buffer hetzij gericht aangesproken worden (bijvoorbeeld door een geïsoleerd warm water reservoir) hetzij vertraagd worden vrij gelaten door de thermische massa van de haard.
Thermische massa
Fabrikanten lossen het opslagprobleem op door de haard (of kachel) met thermische massa te ommantelen. Deze thermische massa kan uit speksteen of chamottestenen bestaan. Wanneer het vuur in de haard is gedoofd geeft deze ommanteling vertraagd energie af aan de omgeving in de vorm van stralingswarmte. Hoe effectief de opslag is, hangt van de massa af. Het is logisch dat een 1,5 ton zware tegelkachel meer warmte kan opslaan dan een kachel die slechts een enkele centimeters dikke laag van speksteen heeft.
Elementen binnen in de kachel zorgen ervoor dat er warmte-energie onttrokken kan worden uit de hete gassen. Met dit doel worden de hete gassen door een nauwkeurig berekend systeem van rookgaskanalen geleid, die ervoor zorgen dat er niet teveel warmte-energie onbenut door de schoorsteen verdwijnt.
Het zogenoemde “hypokast systeem” leidt de warmte-energie in de vorm van hete lucht door een gesloten systeem van hete lucht kanalen. Een soortgelijke verhittingsmethode, waarbij de verbrandingsgassen door dubbele wanden of holle bodems geleid worden, werd al in de oude Romeinse tijd gebruikt.
Overtollige warmte-energie
De mogelijkheid bestaat ook om de overtollige warmte-energie te gebruiken voor de verwarming van water. Meestal stromen de verbrandingsgassen langs warmtewisselaars. Het op deze manier verwarmde water wordt in een buffer gebracht en staat dan als water voor industriële of agrarische doeleinden of als CV-water ter beschikking.